Vergelijk het met de bekende grot metafoor van de Grot van Plato. De mensen zitten gevangen in een diepe grot waarin ze de schaduwen van de werkelijkheid zien als een toorts wordt ontstoken. De echte werkelijkheid bevindt zich buiten de grot waarin ze via denkprocessen naar toe kunnen gaan, geleid dan wel op eigen kracht. Eenmaal buiten de grot bevindt zich de transculturele ontmoetingsruimte waar mensen vanuit andere grotten met ieder hun eigen culturele achtergrond ook zich hebben weten te bevrijden van de kluisters van hun eigen culturele gebondenheid. In het volle zonlicht zien ze de echte werkelijkheid, raken zo betrokken op elkaar en kunnen vanuit een meervoudig transcultureel perspectief de werkelijkheid aanschouwen en zo tot `duurzaam samenleven’ komen.

Een dergelijke vorm van betrokkenheidsleren kunnen we via het onderwijs bij leerlingen stimuleren via:
– Voordenken: spontane intuïtieve reacties op basis van eerdere ervaringen
– Nadenken: analyseren van eigen en andermans ervaringen en het instrumenteel toepassen van verworven kennis om problemen op te lossen.
– Diepdenken: onderzoeken van de essenties (het belangrijkste aan oorzaken, aspecten, menselijke en maatschappelijke waarden) om tot eigen waarheidsvinding te komen.
– Doordenken: co-creatief handelen waarbij in verbondenheid met anderen creatief wordt gezocht naar nieuwe kennis en de toepassing daarvan in het dagelijks leven. Het gaat daar niet alleen op praktisch – doe-denken maar vooral om het doorlopen van een proces van existentiële ervaringen waarin ook gevoelens en compassie een belangrijke rol vervullen.
Het voorgaande kunnen we metaforisch weergeven in onderstaande afbeelding bestaande uit twee grotten waarin mensen tevoorschijn komen met verschillende leefstijlen. In de Transculturele Ontmoetingsruimte van het openbare leven ontmoeten ze elkaar in dialoog.