Onze educatieve aanpak in het onderwijs en vormingsactiviteiten voor onvrijheidssituaties heeft zijn inhoudelijke aanpak vooral te danken aan ervaringen in het koloniale tijd van Oost-Indië. De culturele flexibele leefstijl en de daarmee samenhangende meervoudige identiteit van de gemengdbloedige groep van Indische Nederlanders, vormen de belangrijkste inspiratiebron van onze activiteiten.
Deze tussengroep moest immers dagelijks pendelen tussen de Indonesische en Nederlandse cultuur. In onze huidige steeds kleurrijker wordende samenleving met in Amsterdam al 130 culturen is deze leefstijl en identiteit steeds relevanter geworden. Wat kunnen we van deze leefstijl leren?

De manier van leven, communiceren en organiseren gebaseerd op de Indische ervaringen en gedachtegoed hebben we proberen uit te werken in een transculturele pedagogische benadering van culturele diversiteit in een kleurrijke samenleving. [1]Andere Indische wetenschappers deden dat op het gebied van management.[2]
Zo proberen Indische Nederlanders in hun beroepspraktijk hun Indische cultuur onbewust of bewust een plaats te geven. De integratie in de Nederlandse samenleving stond daarbij voorop. Maar de Indische achtergrond werd als een verrijking gezien voor hun leven in Nederland, voor de eigen meervoudige identiteit die ze zich eigen maakte èn voor het duurzaam samenleven in de culturele diversiteit van de Nederlandse samenleving.
Zo werd vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw aan het Pedagogisch Seminarium van de Vrije Universiteit door mensen met een Indische achtergrond een beroepsopleiding transculturele pedagogiek opgezet.
Daarvoor werd een transculturele visie op Integratie en burgerschapsvorming ontwikkeld, een pedagogische benadering om cultuurverschillen te overbruggen in opvoedings- en onderwijssituaties. Deze eerste professionele opleiding van het land was erop gericht om deskundigen op te leiden om problemen op te lossen van mensen met een niet-westerse achtergrond die in de knel waren gekomen. In de jaren zeventig werd steeds meer erkend dat Nederland een migratieland was geworden. Vanwege gezinshereniging kwamen veel migranten uit de zogeheten gastarbeiderslanden Turkije en Marokko vooral in de grote steden te wonen. Ook de Surinaamse onafhankelijkheid van Suriname bracht migratiestromen uit die landen te weeg. Dergelijke cultuurstromen uit allerlei delen van de wereld verrijkten onze samenleving – denk aan eet- en muziekculturen- maar zorgden ook voor bepaalde problemen zoals taal- en onderwijsachterstanden en opvoedings- en identiteitsproblemen zoals radicalisering. Van de educatieve sector werd verwacht daarvoor oplossingen aan te dragen.
De eerste aanzetten voor een opleiding transculturele pedagogiek werden gegeven door A.I. Eysenring (1975 – 1982) en daarna verder uitgewerkt door E. Dumasy (1982 – 1989). Beiden lieten zich bij het formuleren van de uitgangspunten en het vormgeven van deze opleiding inspireren door de Indische leefstijl om cultuurverschillen te overbruggen.
Hun transculturele levenskunst vormde de inspiratiebron om tot Duurzaam Samenleven te komen in onze pluriforme samenleving met zijn diversiteit aan waarden, normen en leefstijlen. Het is een overbrugging van de Nederlandse ik-cultuur en de Indisch-Indonesische wij-cultuur. Het is ook een overbrugging van het Nederlandse lineaire denken met haar prestatiegerichte aanpak en de mensgerichte benadering van de Indisch-Indonesische cultuur
Deze aanpak werd transcultureel genoemd n.a.v. afgeleide termen als `trans-Atlantische vlucht (pendelen tussen continenten) en transactie (uitwisselen van goederen).
Zo werd gesteld dat vanuit de Indische mengcultuur zich een transculturele persoonlijkheid ontwikkelde die in staat was om vanuit een open leefhouding:
– Een culturele flexibele leefstijl ontwikkelen om culturen te overbruggen
– Leren van elkaars culturele achtergronden
Daaruit ontwikkelde zich een vorm van transcultureel communiceren en betrokkenheidsleren.
In dit overzicht worden de vier culturele benaderingen weergegeven. Als symbool staat de metafoor van een trekkerstocht door de bergen naar de top. Al zwervend en aan elkaar gezekerd en in voortdurende dialoog met elkaar om een gemeenschappelijk afgesproken pad te bewandelen, gaat het team gezamenlijk op weg naar een bergtop. Om dit ultieme doel te bereiken dient jarenlang een transcultureel beleid te worden gevoerd waarbij men komend vanuit de multiculturele de interculturele fase eerst dient te doorlopen. In deze fase doet men kennis en vrijblijvende ervaring op met andere culturen. De transculturele benadering daarentegen is minder verblijvend omdat men van elkaar wil leren. Men beleeft elkaars culturele ervaringen wat vaak tot vormen van cultuurvermenging leidt. Onderstaande afbeelding verbeeldt die trektocht naar de top waarbij verschillende fasen worden doorlopen.