In het onderwijs pleiten wij m.b.t. Koloniaal verleden en duurzaam samenleven voor een meervoudige perspectief benadering waarin we meerdere kanten van de thematiek laten zien. Maatschappelijke thema’s dienen we vanuit het perspectief van de verschillende sociale groepen te zien die het denken van de eigen groep overstijgt.
Meer recht te doen aan de complexe verstrengelingen van historische ervaringen.
Het gaat dus niet om de excuses zelf, maar wij hebben de excuses nodig om het over de dingen te kunnen hebben waar het eigenlijk om gaat: het koloniaal verleden zien, met al zijn schaduwkanten als onderdeel van de Nederlandse geschiedenis en de doorwerking in onze samenleving. Transcultureel denken en handelen vormen dan ook de rode draad.

Daarbij sluiten we ook aan bij het Unesco rapport `investeren in culturele diversiteit en interculturele dialoog’ dat voor ons een belangrijke leidraad is voor ons diversiteitsproject: `er is behoefte aan een nieuwe benadering die geboden wordt door de meervoudige – multidimensionale identiteiten behoefte van personen en groepen om de ontwikkeling van cultureel pluralisme te bevorderen.
Er dienen stappen genomen te worden om te garanderen dat minderheidsstemmen en -gezichtspunten gehoord kunnen worden en dat er debatten kunnen plaatsvinden waarbij alle leden van de betreffende gemeenschappen betrokken zijn’
Ook op onderwijsgebied werden initiatieven genomen waaronder het leerarrangement Ontmoeten & (Her)denken. Daarin werd ook de transculturele brugfunctie van het onderwijs als doel geformuleerd
Educatie in de vorm van onderwijs en vorming zijn belangrijk om een transculturele meervoudige identiteit te stimuleren. We zullen nu ingaan op wat transculturalisme of transculturaliteit inhoudt. In Zuid-Amerika is transculturaliteit oorspronkelijk gedefinieerd door de Cubaan Fernando Ortiz, op basis van het artikel Nuestra America (1881) van José Marti. In Nederland werd ’transculturele pedagogiek’, beschouwd als een zinvol alternatief tegen de ‘vaagheid’ van het interculturele gedachtengoed.
Dit begrip stamt uit de beginperiode van de door migratie in gang gezette metamorfose van onderwijs en opvoeding. Transcultureel denken en handelen in Nederland is een wetenschappelijk toegepaste benadering die in de jaren zeventig van de vorige eeuw is ontstaan omdat professionele hulpverleners werden gevraagd een oplossing te zoeken voor complexe opvoedings- en onderwijssituaties.
Eerder hebben we al aangegeven hoe Vanaf de jaren zeventig in de vorige eeuw zich een visie Transculturele pedagogiek ontwikkelde aan het Pedagogisch Seminarium van de Vrije Universiteit.
Ook aan andere lerarenopleidingen verschenen dergelijke opleidingen of modulaire onderwijsprogramma’s (minors) in de Randstad, hogeschool Utrecht (1982 – 1998), hogeschool Arnhem en Nijmegen (2001 – 2011 pabo Groenewoud) en Zwolle (Windesheim 2008 t/m 2011). Op verschillende hogescholen werd er expliciet verwezen naar de Indische leefstijl als inspiratiebron voor het Duurzaam Samenleven in onze pluriforme samenleving.
Zo schreef een docententeam van de hogeschool Arnhem/ Nijmegen (Han) o.l.v. Anton van Deursen die een indische achtergrond heeft, het boek `Indische sporen’ geschreven als opleidingsprogramma voor de pabo. Daarbij werd ook een model gepresenteerd om het eigen familieverleden te onderzoeken.
Ook is de transculturele methode naast voornoemde boek Indische sporen uitgewerkt in de boeken Kleurrijk onderwijs met als doelgroep schoolteams.
Op deze manier wordt het Indische gedachtegoed relevant gemaakt voor onze huidige kleurrijke samenleving om vanuit een meervoudige transculturele identiteit het duurzaam samenleven te bevorderen.